Hoeveel? Hoe lang? Waarheen? - Reisverslag uit Banyuwangi, Indonesië van Marijn en Manon - WaarBenJij.nu Hoeveel? Hoe lang? Waarheen? - Reisverslag uit Banyuwangi, Indonesië van Marijn en Manon - WaarBenJij.nu

Hoeveel? Hoe lang? Waarheen?

Blijf op de hoogte en volg Marijn en Manon

27 Juli 2014 | Indonesië, Banyuwangi

Met 4 personen reizen is toch een heel ander verhaal dan met twee. Alles is een stuk moeilijker, en kost dan ook best wat meer tijd en energie.. waar gaan WE heen? Wat gaan WE eten? Wat willen WE doen vandaag? Het is niet langer; IK heb zin om..

Na Lembongan stond Ubud op de planning, een stadje op midden-Bali. Omdat we nu wel weer lang genoeg van het vakantieleven hebben genoten, was het tijd om de backpackdraad weer op te pakken en uit te vinden hoe het lokale vervoer werkt. Dus zaten we, na onze boottrip, op het busstation te wachten, waar verdacht weinig bussen stonden. Er werd ons verteld dat de bemo’s (piepkleine oude rammelende metalen busjes) pas zouden vertrekken als er 20 man was. We konden wel mee, maar moesten dan het dubbele betalen. Nou, geen probleem, dan wachten wij toch wel even.. 20 minuten later was er nog geen enkele persoon aangekomen die met dezelfde bus mee wilde, en toen de buschauffeur ons vertelde dat hij sinds 9.00 uur die morgen stond te wachten (het was 13.30) begon het toch wel wat minder leuk te worden. Dus pakten we onze kaarten erbij en begonnen aan een reeks van potjes pesten midden op het busstation. Tot ergernis van de kaartverkoopman, die nu zeker wist dat hij niks extra’s zou verdienen, en tot groot plezier van de rest van de lokale mensen, die allemaal even een kijkje kwamen nemen.

Een dik uur later gaf de man op, we zouden wel vertrekken tegen een kleine symbolische meerprijs. Wij blij, zij blij, en nog geen vijf minuten later reden we met alleen ons in de bus door de slingerachtige weggetjes door het groene –vol met palmbomen, wilgen en grote slingerende lianen- Bali naar Ubud. Heel relaxed, zoveel ruimte, tot er ineens een halve school met meisjes in stapten. De groep van 14 meisjes, propten zichzelf tussen onze bagage, op de grond van het busje en, hard giechelend met blozende wangen, naast de witte, blonde Jurgen. ‘ Vooral niet aankijken!’ was het motto, en als wij dat wel deden kregen wij daar 14 kleine meisjes-grijnzen voor terug. De bus zat aardig vol, waar wij 12 stoelen telden zaten er nu al 18 mensen inclusief vier reusachtige backpacks en nog eens vier daypacks. Maar zoals Marijn en ik al eerder hebben gezien, paste er best nog wat mensen bij, wat wel bleek toen ook de jongetjesschool uit was en zij elkaar letterlijk door de toch al openstaande deuren van het miniwagentje naar binnen duwden, twee ervan met een voet op de rand van de bus, aan de buitenkant hangend. En je dan bedenken dat moeders in Nederland hun kinderen angstvallig vastsnoeren in hun kinderzitjes, met hun andere hand naar de rug van hun oudere kind op het eigen kinderfietsje reikend, op weg naar school.. veiligheid is hier een heel ander begrip!

Maar goed, uiteindelijk kwamen we in Ubud aan, zoals gepland. Een stad vol kunstgaleries, houtbewerkingwinkeltjes en piepkleine homestays. Het duurde even voor we een homestay konden vinden aangezien er veel vol zat of nog maar een kamer vrij hadden, wat niet zo gek is als je je bedenkt dat veel van deze homestays maar 2 of 3 kamers hebben. Na een kleine zoektocht had Jurgen de ideale plek gevonden, een kunstgalerie waar we in konden slapen. Dat klink fantastisch, maar was eigenlijk gewoon ontzettend freaky. De kamer hing vol met familiefoto’s met verliefde stellen en naakte baby’s, en was volgehangen met schilderijen van misvormde gezichten, skelethanden van kunststof, en naaktportretten welke ingezoomd waren op de meest vreemde lichaamsdelen. De kamer was opgedeeld in twee slaapgedeelten, een middenin het atelier waar twee grote bedden stonden, en een aparte kamer, waar mijnheer zelf normaal sliep en die volgehangen was met zelfportretten. Zodra Marijn en ik het bed testten wisten we het zeker, hier gaan we niet slapen. ALS EEN SPONS, dat bed. Als je er op ging liggen was je meteen zeiknat door het vocht dat in de bedden gekropen was. We bekeken de kamer nog eens grondiger, en ontdekten een badkamer die het prima zou doen in een bloederige scene van de film Saw, tientallen zakken babykleertjes en vooral nog veel meer vocht. Het was alsof we in een kelder terecht waren gekomen, en Marijn en ik hebben er dan ook maar voor gekozen om het bed naast die van Marlieke en Jurgen in beslag te nemen, omdat dit nog ingepakt zat in plastic. Werden we in ieder geval niet nat vannacht…

De volgende ochtend waren wij, onze haren, en onze hele backpacks plus inhoud zo ontzettend vochtig, dat we zo snel als we konden onze spullen hebben gepakt en op zoek zijn gegaan naar een ander guesthouse. Toen we ook nog eens tax moesten betalen voor de kamer, waren we het helemaal zat. Hou op hoor..

Waar we die nacht zouden slapen maakte niet zo heel veel uit, we hadden namelijk een tripje geboekt en zouden daarvoor om 2.00 ’s nachts opgehaald worden. We gingen de zonsopgang bekijken vanaf de top van een vulkaan! Iets later dan gepland werden we opgehaald door een chagrijnige vent, en werden we in stilte ergens –bestemming onbekend- heengereden. Toen we de auto uitstapten voelden we al, we zaten een stuk hoger. KOUD! Goed voorbereid als we waren in onze korte broeken en shirtjes (gelukkig wel met een soort van vestje) keken we eens goed naar de rest van de groep. Alle dertig mensen zaten ingepakt in lange broeken, dikke truien, windjacks en sjaals. Oeps.. Als een groepje vluchtelingen kropen we dicht tegen elkaar aan op de grote houten palet die diende als restaurant, en warmden we ons dankbaar op aan de drabbige kopjes koffie en rubberen pannenkoekjes, welke we met elkaar moesten delen (deze pannenkoekjes hadden een doorsnee van zo’n 7 cm, niet echt ideaal om daarmee aan een klimtocht te beginnen). De dingen waren niet te eten, en we beseften ons dat het niet aan ons lag toen we een tourguide zagen die stiekem een pannenkoek uit de grote pot haalde, hem in zijn mond stopte, vies keek en het ding vervolgens de prullenbak ingooide.
Een niet zo heel goede start dus, maar wij waren helemaal klaar voor de twee uur durende tocht door de nacht, op weg naar de vulkaan. En wat een fantastisch gezicht, een ontzettend heldere sterrenhemel, terwijl je zwijgend achter elkaar door het hoge gras heenloopt, voor je een slinger van lichtjes opdoemend, waaraan je kunt zien dat de vulkaan straks steil omhoog gaat lopen. We moesten aardig doorlopen, wat best lastig was zonder zaklampen en met veel losliggende stenen en schuivend zand. Toen we bij de eerste echte stop waren zagen we de lucht in de verte al oranje kleuren. Maar daar waren we niet voor gekomen! We wilden naar de top! Dus hebben we al onze energie bij elkaar geraapt en zijn in een noodvaart de berg op geklommen, hijgende Amerikanen en jammerende Chinezen inhalend. Wij willen de zonsopgang zien vanaf de top! Precies op tijd kwamen we aan. Op het randje van de krater ploften we met zijn vieren naast elkaar neer, voor ons niets dan steeds feller kleurende lucht en een gigantische vulkaan die opdoemde aan de overkant. Dikke wolken dreven onder ons voorbij,en trokken weg uit de krater zodat deze zichtbaar werd. Wat een plaatje.. jammer dat de grote groepen chinezen het moment niet in stilte wilden beleven en we konden genieten van de eeuwige groepsfoto’s, waar Marijn trouwens nog een geweldige ‘photobom’ met banaan heeft gedaan. Benieuwd wat die Aziaten daarvan vinden als ze straks thuis de foto’s van dit belangrijke moment bekijken..

Om 11.00 uur waren we, na een flink aantal uren lopen, weer terug in ons hotel, om daar meteen onze spullen te pakken en te vertrekken richting Java. Dat zou dus best een pittig dagje worden met zo weinig slaap. Op het busstation hebben we de bus genomen naar het uiterste puntje van Bali. Een lokale bus, en dus zaten we binnen no time met 30(!) volwassenen in het wederom piepkleine busje. Marlieke en ik op een klein bankje met nog twee anderen en nog een extra kind, en Marijn met een oude moslima op schoot. Wederom een ervaring rijker, en we waren dan ook blij toen we na vier uur rijden op de plek van bestemming aankwamen. Tot we de enorme files zagen.. rijen en rijen lang stonden er toer bussen, auto’s en vooral heel, heel veel scooters te wachten tot zij de ferry op konden. We zuchtten opgelucht dat wij geen directe bus naar een van de bestemmingen op Java hadden gekozen, dan hadden we achter in deze rij aan moeten sluiten. In plaats daarvan wrongen we onszelf tussen alle voertuigen door,en bereikten we binnen no time zonder problemen de ferry. Daar spraken we mensen die meer dan zes uur hebben moeten wachten in de gigantische rij tot zij aan de beurt kwamen. De reden? Het einde van de ramadan, iedereen gaat terug naar de familie.

Dat zou nog best eens leuk kunnen worden! Door deze Ramadan is namelijk het immigratiebureau gesloten, wat inhoudt dat Marijn en ik ons visum niet kunnen verlengen. Na een aantal opties te hebben doorgenomen (de enige optie was een illegaal visum te regelen, wat echt een godsvermogen kost. Toen wij de arrogante kop zagen van deze corrupte vent hebben we besloten dat we het op deze manier echt niet willen, en daarbij kunnen we voor 300 euro echt wel iets leukers verzinnen), zijn we tot de conclusie gekomen dat er maar een ding op zit… We moeten het land uit. En wel voor de 30e. We staan dus nu voor een leuke uitdaging. Binnen 4 dagen moeten wij op een vliegtuig het land uit zitten, en wel vanaf Jakarta.
Maar tot nu toe kunnen Marijn en ik samen alles aan, en vinden we overal een oplossing voor. Nu eerst maar even naar JogJakarta zien te komen, een stad halverwege Java. Het plan was met de nachtbus te gaan, deze was echter helaas al vertrokken toen we aankwamen. Op de gok namen we een bemo naar het busstation, om er daar achter te komen dat we de nacht in deze stad door moesten brengen. Geen probleem, dachten wij toen nog. Het is 8 uur, nog tijd zat om een hotel te vinden. Natuurlijk waren we moe, het was al een lange dag, maar in iedere stad heb je op steenworp afstand wel een hotel. Ik geef toe, we zaten er he-le-maal naast. Waar wij best wat gewend zijn, waren we het nu ook helemaal zat, toen we na kilometers lang lopen en de verkeerde kant opgestuurd te zijn nog steeds niets hadden gevonden. Uiteindelijk zijn we, met de wanhoop op onze gezichten te lezen, bij een stelletje politieagenten gaan zitten, hopend dat zij ons konden helpen. Toen Jurgen net vijf minuutjes weg was om in de buurt rond te kijken, hield de agent een pick-up truck aan en gebaarde ons hier in te gaan zitten. Zeg je ‘nee’ tegen een politieagent? Nee dus. Dus wij in ons beste Indonesisch (dat was ik vergeten te zeggen, niemand spreekt in dit stadje ook maar een woord Engels) duidelijk maken dat we Jurgen op moesten halen. Dus wij rijden. Geen Jurgen. ‘Zover kon hij toch niet gelopen zijn?’. ‘Oh god, nee, zo ver echt niet’. ‘Wacht, ik bel hem.’…. TRING. ‘Nee nee nee, telefoon niet bij zich’. Daar stonden we dan, in het donker, in een wildvreemde stad, iemand kwijt die niks, maar dan ook helemaal niks bij zich had. Marijn ging er als een speer vandoor, terug rennend naar de plek waar wij vandaan kwamen. Marlieke bleef bij de spullen, best wel een beetje in paniek. Ik rende naar de hoek van de straat in de hoop Jurgen daar tegen te komen. Ik zat me net te bedenken hoe we ooit weer bij elkaar zouden komen, toen ik een enthousiast ‘ HAAALOOOOOO!’ hoorde en Jurgen lachend achterop een scooter voorbij zag scheuren. Gevonden! En hij was zich nergens van bewust, en zat maar een beetje lol te hebben achter op die scooter. Oké, nu hadden we Jurgen dus, maar was Marijn weer verdwenen.
Uiteindelijk zijn we allemaal terug gekomen, een wijze les geleerd ook meteen, en waren we te moe om dit hotel af te wijzen. Met als gevolg dat we in het grootste shithole aller tijden zitten. Ik zit dit verhaal te schrijven om 7.15 in de morgen, nadat ik drie keer door Marijn uit het nog enige vrije eenpersoonsbedje ben geduwd. Een frisse douche - bestaande uit een grote watertank met een bakje zodat je dit over je heen kunt scheppen- en een blik op de wc –het gat in grond- later, wacht ik tot de rest ontwaakt. Om ons in onze lange rokken en shirtjes met mouwen te hullen, om de vele blikken van gisteravond te voorkomen, en te kijken wat we in deze stad kunnen doen vandaag. Lokaal eten net zoals gisteren, waarbij je rijst met slakken blijkt te hebben besteld? Of weer vijfentwintig keer op de foto zoals gisteren, omdat wij met onze blanke huidjes zo reuze interessant zijn?

We vinden het allemaal wel best, zolang we voor de 30e Jakarta maar bereiken. En waar we dan heen gaan als we op het vliegveld staan? Geen idee.. tot de volgende keer;)

  • 31 Juli 2014 - 13:19

    Lisa S:

    Haha, wat een geweldig verhaal weer! Nog even lekker genieten jongens! X

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marijn en Manon

Actief sinds 13 April 2014
Verslag gelezen: 672
Totaal aantal bezoekers 7984

Voorgaande reizen:

10 April 2014 - 21 Augustus 2014

Hello Adventure!

Landen bezocht: